1. Vanaf 15 februari aanvraag NOW Q1 van start
Werkgevers die door de coronacrisis een omzetverlies boeken van minstens 20%, kunnen vanaf 15 februari een tegemoetkoming in de loonkosten NOW aanvragen. De tegemoetkoming kan digitaal aangevraagd worden tot en met 14 maart 2021 via de site van het UWV.
Tegemoetkoming verruimd
De tegemoetkoming is verruimd en bedraagt maximaal 85% van de loonkosten, bij een omzetverlies van 100%. Bij minder omzetverlies wordt ook de tegemoetkoming naar evenredigheid verminderd. Een omzetverlies van bijvoorbeeld 50% levert dus een tegemoetkoming op ter grootte van 42,5% van de loonkosten.
Let op!
Als u recht heeft op de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), telt deze mee als omzet en valt de NOW dus lager uit.
Voorschot
Werkgevers ontvangen eerst een voorschot van 80% op basis van de verwachte omzetdaling. Dit voorschot wordt in drie stappen uitbetaald. Na afloop van de periode wordt het daadwerkelijke omzetverlies vergeleken met de schatting. Het verschil wordt daarna uitbetaald of teruggevorderd.
Voorwaarden grotendeels ongewijzigd
De overige voorwaarden van de regeling blijven grotendeels ongewijzigd. Zo blijft de opslag voor overige loonkosten 40%, mag de loonsom boetevrij met maximaal 10% dalen, mogen er geen dividenden of bonussen aan directie en bestuur worden uitgekeerd en dient u uw werknemers bij ontslag te stimuleren inzake om- of bijscholing.
Accountantsverklaring
Vraagt u de NOW aan en komt het voorschot uit op een tegemoetkoming van € 100.000 of meer, of bedraagt de definitieve tegemoetkoming € 125.000 of meer, dan heeft u een accountantsverklaring nodig. Bij een voorschot van € 20.000 of meer of een definitieve tegemoetkoming van € 25.000 of meer is een derdenverklaring vereist.
2. Tegemoetkoming Vaste Lasten aanvragen vanaf 15 februari
Werkgevers met een omzetverlies van minstens 30% kunnen vanaf 15 februari 12.00 uur tot 30 april 17.00 uur via rvo.nl/tvl een tegemoetkoming aanvragen voor de kosten van hun vaste lasten (TVL), zoals huurkosten. De aanvraagprocedure van de TVL voor bedrijven met meer dan 250 werknemers, start later. De TVL is flink verruimd ten opzichte van de TVL voor het vorige kwartaal.
Vaste tegemoetkoming
Ondernemers die een omzetverlies van 30% of meer lijden, krijgen een tegemoetkoming van 85% van de vaste lasten. Een toenemend omzetverlies levert dus niet meer tegemoetkoming op, zoals in het vorige kwartaal nog het geval was.
Let op!
Het percentage vaste lasten van een onderneming blijft afhankelijk van de sector en wordt bepaald op basis van cijfers van het CBS. Uw werkelijke vaste lasten zijn hiervoor dus niet bepalend.
Minimale omvang vaste lasten
Ondernemers met minstens € 1.500 aan vaste lasten kunnen TVL voor het eerste kwartaal van 2021 aanvragen. Tot nu toe gold een grens van € 3.000 aan vaste lasten, maar deze is voor het eerste kwartaal van 2021 dus verlaagd.
Onafhankelijk van bedrijfstak en grootte
De TVL is ook niet langer meer afhankelijk van de bedrijfstak. Dit betekent dat vrijwel iedere ondernemer die minstens 30% omzetverlies realiseert, in beginsel recht heeft op de TVL. Ook is de regeling niet langer beperkt tot het mkb. Dit betekent dat ook bedrijven die meer dan 250 werknemers in dienst hebben, TVL kunnen aanvragen.
Minima en maxima stijgen ook
Ook het minimum en maximum van de TVL stijgen. Het minimum subsidiebedrag wordt verhoogd naar € 1.500 en het maximum naar € 330.000 voor mkb-bedrijven en naar € 400.000 voor niet-mkb-bedrijven.
Aanvragen
Aanvragen kunnen digitaal worden ingediend via de site van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (rvo.nl/tvl).
Let op!
Niet-mkb-bedrijven met meer dan 250 werknemers kunnen de TVL voor het eerste kwartaal van 2021 nu nog niet aanvragen. Op de site rvo.nl kunt u aangeven een email te willen ontvangen zodra dit mogelijk is.
Let op!
Als u recht heeft op de TVL, telt deze mee als omzet en valt de NOW dus lager uit.
Voorraadsubsidie
De detailhandel in de non-food krijgt boven op de TVL een subsidie vanwege de waardevermindering van voorraden. De subsidie bedraagt een opslag van 21% op het percentage in de TVL van 85% en kent een maximum van € 200.000.
Ook de land- en tuinbouwsector kent een opslag van 21%. Het maximum hiervan is nog niet bekend. Voor de reissector geldt een opslag van 3,4% met een maximum van € 130.000.
TVL Evenementenbranche voor vierde kwartaal 2020
Ondernemers uit de evenementenbranche die aan de voorwaarden voldoen, kunnen vanaf 18 februari 12.00 uur tot 18 maart 17.00 uur een aanvraag doen voor de evenementenmodule voor het vierde kwartaal van 2020. De ondernemer ontvangt 33,3% van de TVL-subsidie over de periode juni t/m september 2020, met een minimum van € 750 en maximum van € 16.667. De opening van de evenementenmodule voor het eerste kwartaal van 2021 wordt in maart verwacht.
Let op!
De tegemoetkoming is er voor ondernemers uit de evenementenbranche die eerder de TVL voor de periode juni t/m september 2020 kregen, maar niet voor TVL voor het vierde kwartaal van 2020 en/of het eerste kwartaal van 2021 in aanmerking komen vanwege een te lage referentieomzet in het vierde kwartaal van 2020.
3. Vergeet eindheffing WKR niet in loonaangifte februari
De eindheffing voor de werkkostenregeling moet u dit jaar uiterlijk meenemen in het tweede aangiftetijdvak voor de loonheffing. Voor veel ondernemers zal dit de aangifte van februari zijn, die u in maart moet indienen en betalen.
Werkkostenregeling
Via de WKR kunt u zaken belastingvrij vergoeden en verstrekken aan uw werknemers. Vergoedingen en verstrekkingen die binnen de vrije ruimte blijven, zijn ook voor u belastingvrij. Schiet u over de vrije ruimte heen, dan betaalt u 80% belasting over het meerdere via de eindheffing.
Let op!
De vrije ruimte over het jaar 2020 bedraagt 3% over de eerste € 400.000 van de loonsom van uw bedrijf en 1,2% over het meerdere.
Eindheffing 80%
Heeft u meer uitgegeven aan vergoedingen en verstrekkingen dan de vrije ruimte, dan betaalt u over het meerdere 80% eindheffing. Dit moet u aangeven in het tweede aangiftetijdvak, wat voor veel ondernemers februari zal zijn. Deze aangifte dient u in maart in en betaalt u ook in maart.
Administratie
Het bedrag van de eindheffing moet ook blijken uit uw administratie. Daartoe is het noodzakelijk dat u bijhoudt welke vergoedingen en verstrekkingen u onderbrengt in de werkkostenregeling. Vervolgens vergelijkt u dit bedrag met de beschikbare vrije ruimte en weet u of u eindheffing verschuldigd bent.
4. Vergoeding en belastingvrije coronatest en vaccin
Werkgevers kunnen hun personeel belastingvrij laten testen op corona en kunnen onder voorwaarden een vergoeding krijgen voor in opdracht van het bedrijf uitgevoerde testen. Als personeel in aanmerking komt voor het coronavaccin, kunnen werkgevers ook de eventueel hiermee samenhangende kosten belastingvrij vergoeden.
Arbovoorzieningen
De kosten van een test en vaccin zijn aan te merken als arbovoorzieningen en daarom gericht vrijgesteld als de werkgever die voor zijn rekening neemt. Er geldt wel een aantal voorwaarden.
Zo moeten de arbovoorzieningen samenhangen met uw verplichtingen op grond van de Arbeidsomstandighedenwet en mag de werknemer er geen eigen bijdrage voor betalen.
Werkkostenregeling
Wordt aan deze voorwaarden voldaan, dan hoeft u de kosten niet ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling te laten komen. Deze vrije ruimte is dit jaar weer verruimd en wel naar 3% over de eerste € 400.000 en 1,18% over het meerdere.
Bijdrage overheid
De overheid probeert ook op diverse andere wijzen de strijd tegen corona financieel te steunen. Zo is in ieder geval tot 30 juni het btw-tarief voor mondkapjes 0% en geldt dit tarief ook voor het leveren van en inenten met het coronavaccin, alsmede voor het leveren van en testen met coronatestkits.
Vergoeding voor werkgevers
Het ministerie van VWS biedt bedrijfsartsen en arbodiensten die werknemers testen in opdracht van werkgevers een financiële tegemoetkoming. Het ministerie is uitgegaan van de kosten die gemaakt moeten worden voor het afnemen en analyseren van de testen. De kosten voor het aanschaffen van de testen worden niet vergoed. De totale vergoeding per afgenomen test bedraagt € 61,06 excl. btw.
5. Gebruikelijk loon dga € 47.000
Het gebruikelijk loon dat een dga jaarlijks verplicht uit de bv dient op te nemen, is dit jaar verhoogd naar € 47.000.
Het gebruikelijk loon dient te worden vastgesteld op 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of op het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn bij uw bv, indien een van deze bedragen meer is dan € 47.000. Als u aannemelijk maakt dat 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan het loon van de meestverdienende werknemer, stelt u het loon vast op 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking met een minimum van € 47.000. Om het loon lager dan € 47.000 vast te stellen, moet u kunnen aantonen dat een lager loon gebruikelijk is voor een werknemer in de meest vergelijkbare dienstbetrekking.
Een lager gebruikelijk loon is bij starters ook onder bepaalde bijzondere omstandigheden mogelijk. Het gaat dan om bv’s die voor toepassing van de S&O-afdrachtvermindering in 2021 als starter wordt aangemerkt, overige startende bv’s die het gebruikelijk loon niet kunnen betalen en om verlieslijdende bv’s. Hiervoor gelden wel aanvullende voorwaarden. Voor het jaar 2020 was bepaald dat ook bv’s die getroffen werden door de coronacrisis, het gebruikelijk loon lager konden vaststellen. Dit geldt ook voor 2021.
6. Bijtelling eigen woning in 2021 verlaagd
De bijtelling vanwege de eigen woning, het eigenwoningforfait (EWF), is dit jaar voor het overgrote deel van de woningen verlaagd van 0,6% naar 0,5% van de WOZ-waarde. Dit komt neer op een verlaging van de bijtelling met bijna 7%.
Bewoners van een koopwoning moeten een bedrag bij hun inkomen optellen. De hoogte van de bijtelling hangt af van de waarde van het huis. Het kabinet heeft het EWF verlaagd om daarmee de stijging van de prijzen van woningen te compenseren. Hierdoor wordt bereikt dat de bijtelling bij het inkomen gemiddeld ongeveer gelijk blijft. Voor woningen met een waarde van meer dan € 1.110.000 blijft de bijtelling onveranderd op 2,35% over het meerdere van de WOZ-waarde, voor zover die uitkomt boven de € 1.110.000. De bijtelling voor deze woningen over de waarde tot € 1.110.000 is wel verlaagd.
Let op!
Ook de bijtelling voor ondernemers die wonen in een woning die tot het ondernemingsvermogen behoort, is in 2021 gedaald en wel van 1,55% naar 1,45%.
7. Update special lonen 2021
We hebben de huidige special reeds een update gegeven vanwege het nieuwe steunpakket dat in januari 2021 is gepubliceerd.
Lees hier de update van de Special Lonen.