Gemeente exploiteert sportzalen
In een recente zaak heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over de toe te passen berekeningswijze bij de exploitatie van een sportzaal door de gemeente.
Visie gemeente versus fiscus
De gemeente wilde de af te trekken btw berekenen door het aantal uren waarin de sportzalen belast zijn verhuurd of niet werden gebruikt, te delen door de het totale aantal uren waarin de sportzalen voor gebruik beschikbaar waren gesteld. Volgens de fiscus mogen de uren waarin de sportzalen niet werden gebruikt, niet worden aangemerkt als belaste activiteit. Daardoor viel de aftrek lager uit.
Hoge Raad geeft fiscus gelijk
De Hoge Raad geeft in zijn uitspraak de fiscus gelijk. Daarbij is van belang dat het niet permanent gebruiken van sportzalen inherent is aan de exploitatie van dergelijke sportzalen. De in aftrek te brengen btw heeft betrekking op instandhoudingskosten zoals water, elektriciteit en onderhoud. Deze kosten zijn direct verbonden met de mate van daadwerkelijk gebruik van de sportzalen.
De conclusie is dan ook dat het daadwerkelijk gerealiseerde aantal uren belaste verhuur en het totale aantal uren daadwerkelijk gebruik van de sportzalen het juiste criterium is voor het bepalen van de omvang van de aftrek van de btw.
Heeft u vragen over de aftrek van btw bij deels niet-belaste prestaties, neem dan contact met ons op.
Bron: SRA