Verhoging door stijging Ziektewetlasten
De verhoging van de gemiddelde ZW-premie wordt veroorzaakt door een stijging van de Ziektewetlasten en een gewijzigde financiering van de staartlasten Ziektewet per 1 januari 2020.
Staartlasten zijn Ziektewetuitkeringen die ontstaan zijn bij werkgevers die inmiddels eigenrisicodrager zijn, maar die ten tijde van het ontstaan van de ZW-uitkering nog publiek verzekerd waren. Door de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans op 1 januari 2020 en het daarmee gepaard gaande verdwijnen van de sectorfondsen, worden de staartlasten Ziektewet vanaf 2020 betaald uit de Werkhervattingskas (Whk).
Alle uitzendwerkgevers standaard in sector 52
Wat ook een groot effect heeft op de ZW-premie, is dat alle uitzendwerkgevers per 1 januari 2020 standaard in sector 52 worden ingedeeld en niet meer in een vaksector. De afgelopen jaren is een groeiend aantal uitzendwerkgevers gaan verlonen in de zogenaamde vaksectoren waar de premies voor de Ziektewet lager liggen. Om ervoor te zorgen dat deze werkgevers niet langer lasten kunnen afwentelen op andere sectoren worden zij met ingang van 1 januari 2020 allemaal ingedeeld in de uitzendsector, waar een hogere premie geldt. Daardoor dalen de sectorale premies.
Indeling grootte werkgevers bekend
De nota van het UWV bevat ook de grenzen voor de indeling van werkgevers als kleine, middelgrote en grote werkgever. Daar hangt van af hoe de gedifferentieerde premie Whk wordt berekend. In welke categorie u als werkgever in 2020 valt, hangt af van de loonsom in 2018. De basis hiervoor is het gemiddeld premieplichtig loon. Volgens het Centraal Planbureau (CPB) is dat € 33.700 (was € 33.100 in 2017).
Kleine werkgever | Maximaal 10 x premieplichtig loon | Maximaal € 337.000 |
Middelgrote werkgever | Tussen 10 x en 100 x premieplichtig loon | Tussen € 337.000 en € 3.370.000 |
Grote werkgever | Vanaf 100 x premieplichting loon | Vanaf € 3.370.000 |
In december duidelijkheid over uw precieze premies
Hoe hoog de premie voor u als werkgever precies is, krijgt u eind 2019 via een beschikking van de Belastingdienst te horen.
Bron: SRA