Sinds 1 juli 2008 is in Nederland een rookverbod voor de horeca van kracht, met een uitzondering voor speciaal aangewezen rookruimtes. Antirookvereniging Clear Air Nederland (CAN), die een rookvrije samenleving nastreeft, spande in 2016 een rechtszaak aan tegen de Nederlandse staat. Zij vinden dat de uitzondering in strijd zou zijn met een verdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO. Dit verdrag is ook door Nederland ondertekend.
Cassatie door de Hoge Raad verworpen
Vorig jaar bepaalde de hoogste rechter dat de toen gemaakte uitzondering op het rookverbod voor kleine cafés in strijd was met het WHO-verdrag. Het gerechtshof sprak van een ‘ongeldige uitzonderingspositie’ en oordeelde toen al dat rookruimtes moeten verdwijnen.
- Het hof oordeelde dat niet-rokers in horecagelegenheden sociale druk kunnen voelen om zich bij mensen in rookruimtes aan te sluiten.
- Het is bovendien onvermijdelijk dat er rook ontsnapt en in de rookvrije gedeeltes van een café of restaurant terechtkomt.
- Ten slotte zouden medewerkers van cafés en restaurants aan rook worden blootgesteld als ze de rookruimtes moeten opruimen.
CAN kreeg dus gelijk, maar de Nederlandse staat ging in cassatie bij de Hoge Raad. Dat cassatieberoep is nu door de Hoge Raad verworpen.
Voorlopig geen handhaving
Het verbod op rookruimtes geldt per direct, maar het wordt niet meteen gehandhaafd, zegt staatssecretaris Blokhuis. Hij noemt de uitspraak vanuit gezondheidsoogpunt ‘goed nieuws’, maar wil op korte termijn met de betrokken partijen praten en wil halverwege oktober ‘zo veel mogelijk helderheid bieden over de gevolgen van de uitspraak’. Tot die tijd hoeft de horeca niet te vrezen dat een inspecteur langskomt, zegt Blokhuis. ‘Handhaving van het verbod is praktisch niet van de ene op de andere dag in gang te zetten.’
Bron: SRA