Winst belast in de bv
In de bv betaalt u vennootschapsbelasting over – kort gezegd – de behaalde winst. Over de eerste € 395.000 winst betaalt de bv in 2022 15% belasting, over het meerdere 25,8%. Pas als de bv de winst die na belasting resteert, uitdeelt aan de directeur-grootaandeelhouder (dga), moet de dga over de uitgedeelde winst aanvullend 26,9% belasting betalen. Daardoor wordt de totale winst in 2022 belast tegen 37,865 tot 45,76%. U bereikt dit tarief dus pas na uitdeling van de winst. Dit betekent dat het aantrekkelijk is om in de bv winst op te potten en dit pas uit te delen zodra u het als aandeelhouder nodig heeft. Op die manier heeft u renteloos uitstel van belastingbetaling! Bij verkoop van de bv of bij overlijden betaalt u op zijn laatst uiteindelijk belasting over opgepotte winsten.
Let op! Het oppotten van winst levert niet altijd een liquiditeitsvoordeel op en is niet altijd optimaal. Afhankelijk van de situatie kan het fiscaal voordeliger zijn om overtollige liquide middelen naar privé te halen.
Winst belast in de IB-onderneming
Heeft u geen bv maar een eenmanszaak, maatschap of vof, dan betaalt u over de winst het progressieve tarief van de inkomstenbelasting. Onbelast oppotten van winst is dus niet mogelijk. U heeft wel recht op een aantal ondernemersfaciliteiten die de belastingdruk beperken. De belangrijkste is de zelfstandigenaftrek van € 6.310 per jaar. Dit bedrag mag u in mindering brengen op de winst, maar in 2022 tegen een maximumtarief van 40%. Dit tarief zal in 2023 verder dalen tot 37,05%. Voor de zelfstandigenaftrek is wel vereist dat u minstens 1.225 uur per jaar besteedt aan werkzaamheden voor uw bedrijf én dat dit meer dan de helft van het aantal werkzame uren is. Dit wordt het urencriterium genoemd. Deze laatste eis geldt niet voor starters.
Een andere belangrijke faciliteit is de mkb-winstvrijstelling van 14%. Hierdoor blijft 14% van de winst onbelast en is 14% van een eventueel verlies niet aftrekbaar. Ook deze aftrek is in 2022 beperkt tot maximaal 40% en vanaf 2023 tot maximaal 37,05%. Door de mkb-winstvrijstelling betaalt u maximaal 43,9% belasting over de behaalde winst, verminderd met de ondernemersfaciliteiten.
Aandachtspunten
Dga is werknemer
Anders dan de zelfstandig ondernemer ziet de fiscus de dga als werknemer. Hij kan daarom in beginsel profiteren van de regelingen die ook voor ‘normale’ werknemers gelden.
Let op! Dit betreft met name kostenvergoedingen en het gebruik van de werkkostenregeling, waarvan dus ook de dga gebruik kan maken. Volgens deze regeling kan in 2022 1,7% van de fiscale loonsom tot € 400.000 besteed worden aan belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen en 1,18% over het meerdere van de loonsom boven € 400.000.
Gebruikelijk loon
Heeft u een bv, dan bent u als dga verplicht een minimumbedrag aan salaris uit de bv op te nemen. Dit gebruikelijk loon is 75% van het loon van de dienstbetrekking die het vergelijkbaarst is met die van u als dga of het loon van de meestverdienende werknemer in uw bedrijf, als dat meer is. Het gebruikelijk loon moet echter in 2022 minstens € 48.000 bedragen. Het gebruikelijk loon wordt belast in box 1, dus progressief.
Let op! Des te meer gebruikelijk loon u in aanmerking neemt dan wel in aanmerking moet nemen, des te minder u profiteert van het lage tarief van de vennootschapsbelasting.
Uitzonderingen op het gebruikelijk loon
Verlieslijdende bv’s
Aan de dga van een bv die verlies lijdt, kan onder voorwaarden een lager gebruikelijk loon worden toegekend. Voorwaarde is dat het verlies de continuïteit van uw bedrijf in gevaar brengt. Hiervan is geen sprake bij een incidenteel verlies. Verder moet duidelijk zijn dat uw bedrijf de rekeningen niet meer kan betalen en dat dit niet het gevolg is van een oplopende rekening-courantschuld, uitgekeerd dividend of andere onttrekkingen.
Innovatieve start-ups
Een innovatieve start-up is een bedrijf dat speur- en ontwikkelingswerk verricht en binnen de WBSO (S&O-afdrachtvermindering) als starter is aangemerkt. Voor dga’s van innovatieve start-ups geldt een lagere loonverplichting. Zij mogen zichzelf in de eerste drie jaar na de start van de onderneming het wettelijk minimumloon toekennen in plaats van het minimale gebruikelijk loon van € 48.000. Een lager gebruikelijk loon dan het minimumloon is wel mogelijk als anders de continuïteit van uw bv in gevaar komt. Dit moet u dan wel aantonen.
Starters
Ook dga’s van startende bv’s die geen innovatieve activiteiten verrichten, kunnen onder voorwaarden een lager gebruikelijk loon toekennen. Een voorwaarde is dat de bv een hoger gebruikelijk loon niet kan betalen, bijvoorbeeld omdat de bv veel geïnvesteerd heeft en daardoor over onvoldoende financiële middelen beschikt. Een lager gebruikelijk loon voor starters mag maximaal drie jaar lang betaald worden. Is sprake van een eenmanszaak die is omgezet in een bv, dan moet de periode waarin u uw bedrijf als eenmanszaak dreef van de periode van drie jaar worden afgetrokken. Ook nu is een lager gebruikelijk loon dan het minimumloon mogelijk als anders de continuïteit van uw bv in gevaarkomt.
Aansprakelijkheid
Een voordeel van de bv is dat de aansprakelijkheid van de dga beperkt is tot het in de bv geïnvesteerde bedrag, oftewel de waarde van de aandelen. Formeel is de dga dus niet aansprakelijk voor de schulden van de bv, tenzij sprake is van wanbeleid. Tevens kan aansprakelijkheid jegens de Belastingdienst ontstaan bij het niet-nakomen van bepaalde verplichtingen, zoals het tijdig melden van betalingsonmacht. In de praktijk komt het echter voor dat banken, bij het verstrekken van een financiering voor de bv, eisen dat de dga in privé meeondertekent. Wanneer de bv haar schulden niet meer kan betalen, worden deze dan toch verhaald op het privévermogen van de dga.
Verzekeringsaspecten
Anders dan een gewone werknemer, is de dga in de regel niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Wanneer geen sprake is van ondergeschiktheid, een gezagsverhouding ontbreekt en de dga niet tegen zijn wil ontslagen kan worden, is er geen sprake van premieplicht. In dat geval moet hij zichzelf dus verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, hoewel dit laatste vrij moeilijk is.
De dga is wel verzekerd voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) en moet hiervoor, net als de zelfstandig ondernemer, zelf de premies betalen. Voor 2022 is de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw vastgesteld op 5,5% van het premieplichtig inkomen, tot een maximuminkomen van € 59.706. De maximale inkomensafhankelijke bijdrage Zvw komt daardoor op € 3.283. Deze bijdrage geldt zowel voor de zelfstandig ondernemer als de dga.
Oudedagsvoorziening
Sinds enige tijd zijn de maximaal aftrekbare bedragen voor het opbouwen van een oudedagsvoorziening beperkt. De ondernemer in de inkomstenbelasting en de dga kunnen hier allebei door worden getroffen. Het uitgangspunt is immers dat een maximaal pensioengevend salaris niet meer dan € 114.866 (2022) mag bedragen. Wilt u meer pensioen opbouwen, dan is dit niet meer fiscaal gefaciliteerd. Bovendien wordt voorgesteld vanaf 2023 de dotatie aan de oudedagsreserve voor zelfstandig ondernemers te schrappen. Dit voorstel moet nog worden goedgekeurd door het parlement.
Beperking afschrijven op bedrijfsgebouwen
Sinds 2019 is de afschrijving op alle bedrijfsgebouwen in eigen gebruik voor bv’s beperkt tot 100% van de WOZ-waarde. Hierdoor kunnen bv’s minder afschrijven op hun bedrijfsgebouwen. Deze beperking geldt niet voor ondernemers in de inkomstenbelasting ten aanzien van gebouwen in eigen gebruik.
Zakendoen met uw bv
Als u een bv heeft, kunt u hier als dga ook zakelijk mee handelen. U bent in feite te vergelijken met een onafhankelijke derde. Zo kunt u bijvoorbeeld geld lenen van uw bv voor een grote aankoop of via uw bv een hypotheek afsluiten voor de aankoop van een woning. De winst die uw bv hiermee behaalt, komt dan ten goede aan uw bv en niet aan uw bank. Houd er wel rekening mee dat het kabinet leningen bij de bv vanaf 2023 wil maximeren tot € 700.000, maar dat geldt niet voor een hypotheek voor de aankoop van een eerste eigen woning. Houd er ook rekening mee dat u bij dergelijke transacties zakelijke voorwaarden in acht neemt. Denk aan het rentepercentage, onderpand en voortijdig aflossen. Schakel desgewenst een adviseur in om u hiermee bij te staan.
Wanneer overstappen?
De vraag wanneer u er als mkb-ondernemer verstandig aan doet om over te stappen naar de bv, is niet eenduidig te beantwoorden en hangt af van bepaalde individuele factoren. In het algemeen kan wel worden gesteld dat de overstap pas aantrekkelijk wordt in situaties waarbij een fors deel van de winst niet direct consumptief door de eigenaar-ondernemer wordt gebruikt. Het verdient dan vanuit fiscaal oogpunt veruit de voorkeur via de bv deze winst onbelast als reserves op te potten. De winst kan dan op een later tijdstip worden gebruikt voor bijvoorbeeld investeringen, een grote privéaankoop of om op een eerder tijdstip te stoppen met werken.
Tip! Hoewel individuele factoren bepalend zijn, kan gesteld worden dat het in veel situaties verstandig is bij een structurele winst vanaf ongeveer € 150.000 de overstap naar een bv te overwegen.
Hoeveel scheelt dat nu?
Cijfervoorbeeld: bij een winst van € 200.000 brengt u in de inkomstenbelasting eerst de zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling tot de maximale aftrek in mindering. U betaalt dus over € 166.573 belasting. Dit is € 77.001.
In de bv vermindert u de winst van € 200.000 eerst met uw gebruikelijk loon. Dit stellen we op € 48.000. Hierover betaalt u als dga € 12.888 inkomstenbelasting. Over het restant betaalt de bv 15% vennootschapsbelasting, ofwel € 22.800. Deelt de bv de rest van de winst van € 129.200 uit aan u als dga, dan betaalt u hierover nog eens 26,9% belasting, ofwel € 34.755. In totaal betalen u en de bv in dit voorbeeld samen dus € 70.443 aan belasting als de winst direct wordt uitgedeeld. Dit is € 6.558 minder dan in de inkomstenbelasting. Om de berekeningen eenvoudig te houden, hebben we geen premies voor bijvoorbeeld pensioen en Zvw meegenomen.
Let op! Het kabinet heeft voorgesteld het tarief van 15% in de vennootschapsbelasting vanaf 2023 nog maar toe te passen over de eerste € 200.000 winst. Als deze plannen doorgaan, worden winsten vanaf € 200.000 dan een stuk zwaarder belast.
Geruisloos doorschuiven
Als u wilt overstappen van een onderneming in de inkomstenbelasting naar een bv, dient u in beginsel met de fiscus af te rekenen over de opgebouwde (stille) reserves. Zo kan bijvoorbeeld de boekwaarde van uw pand lager zijn dan de werkelijke waarde. Er bestaat een mogelijkheid om niet af te rekenen, maar ‘geruisloos’ door te schuiven. Hieraan is de voorwaarde verbonden dat de bv met dezelfde boekwaarde verdergaat als waarmee de onderneming in de inkomstenbelasting stopte.
Een nadeel hiervan is dat de bv geen investeringsaftrek kan claimen en ook over lagere bedragen af kan schrijven. Het is dan ook helemaal afhankelijk van uw situatie of geruisloos doorschuiven voor u voordeliger is of niet. Er is ook een alternatief voor geruisloos doorschuiven, namelijk het bedingen van een lijfrente bij de eigen bv of een bank of verzekeraar. Tegenover de belaste stakingswinst staat dan de aftrek van de inleg in het lijfrenteproduct (die bij een eigen bv niet hoeft te worden betaald). Dit kan echter niet voor onbeperkte bedragen.
Let op! Bij geruisloos doorschuiven moet op termijn, bij verkoop van de bv, in principe nog wel over de opgebouwde reserves afgerekend worden. Tenzij uw opvolger ook weer besluit om geruisloos door te schuiven. Op deze manier kan de belastingclaim (eindeloos) worden uitgesteld. Geruisloos doorschuiven is echter niet altijd mogelijk dan wel aantrekkelijk.
In deze Advieswijzer hebben wij de belangrijkste aspecten van de overstap naar een bv op een rij gezet. Het is echter onmogelijk om in deze vorm alle aspecten voldoende te belichten. Overweegt u de overstap naar een bv, neem dan contact met ons op.
Disclaimer
Hoewel bij de samenstelling van deze Advieswijzer de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene karakter van de Advieswijzer, is deze niet bedoeld om alle informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen.
Bron: SRA