Met name de bouw en industrie boekten als branche mooie cijfers. Tevens heeft het mkb fors geïnvesteerd met zowel eigen als vreemd vermogen. Dit blijkt uit het nieuwe SRA-rapport ‘Branches in Zicht 2019, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen’.
Personeelskosten nemen verder toe
De personeelskosten zijn opnieuw sterker gestegen en de krapte op de arbeidsmarkt blijft voor veel mkb-ondernemers een hoofdpijndossier. In 2018 liepen de personeelskosten per saldo met ruim 9% op, tegenover +8% in 2017. De toename van de personeelskosten kwam vooral door opnieuw hogere kosten voor sociale zekerheid. Deze stegen met 12% (2017 met 10%). Ook vielen de kosten voor het inhuren van flexibele arbeidskrachten hoger uit. De loonkosten zijn in 2018 ook gestegen, maar minder sterk dan in het voorgaande jaar met +7,8% 2018 tegenover +9,4% in 2017.
Op brancheniveau stegen de totale personeelskosten het sterkst in de logistiek (+10%), de medische zorg (+11%) en de bouw (+9%). De autobranche, de detailhandel, de horeca en specialistische zakelijke dienstverleners hielden de kostenstijging relatief beperkt (circa 6%).
Vermogenspositie verder verbeterd
De solvabiliteit is voor het mkb als geheel verbeterd met ruim 43%. Het eigen vermogen is per saldo met bijna 16% toegenomen. Deze groei is iets lager dan in 2017, maar toen vertekende het beeld door de afschaffing van het pensioen in eigen beheer. Hierdoor gingen de pensioenvoorzieningen naar het eigen vermogen. In 2018 viel vooral de sterke groei op van bijna 22% van het eigen vermogen in de bouw en van ongeveer 20% in de specialistische zakelijke dienstverlening.
Tijd om te investeren
Harry Marissen, bestuurslid van SRA: “Het mkb heeft nu dus ‘vet op de botten’; een mooi moment om te investeren in verdere groei. Het mkb kan de financiële buffers gebruiken voor investeringen in technologische vernieuwing. Data zijn immers onmisbaar om processen efficiënter in te richten, strakker te sturen op resultaat en om te innoveren.”
Regionale verschillen
De omzetontwikkeling was in alle regio’s positief. De vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht gingen aan kop, gevolgd door de provincies Overijssel, Gelderland en Flevoland. Zeeland, Noord-Brabant, en Limburg, en Groningen, Friesland en Drenthe bleven enigszins achter.
De winstcijfers waren bovengemiddeld in de regio’s Overijssel, Gelderland en Flevoland en Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht (exclusief de vier grote steden). De personeelskosten stegen met 13,7% het hardst in de vier grote steden, terwijl de stijging hier in 2017 opvallend klein was (2,7%).
Bouw floreert, automotive blijft achter
Op brancheniveau blonk de bouw uit met een winstgroei van 30%, ondanks de relatief sterke stijging van de personeelskosten. Ook de industrie zag met 23% de winst sterk toenemen, maar hier kwam de omzetgroei iets lager uit dan het mkb-cijfer. De automotive stelde teleur met een omzetgroei van ruim 2% en een winstgroei van ruim 4%. De horeca en de retail lieten relatief bescheiden cijfers zien. Die waren een voorbode voor de dalende particuliere consumptie en een negatief consumentenvertrouwen in de eerste maanden van 2019. “SRA pleit in dit kader voor een lagere WIG (sociale premies) om het netto-inkomen voor de consument te vergroten”, aldus Marissen.
Bron: SRA