1. Salderingsregeling zonnepanelen na 2023 geleidelijk afgebouwd
Particulieren kunnen na 2023 een deel van de energiebelasting niet meer terugkrijgen van de overheid. Vanaf 2031 krijgt men de energiebelasting helemaal niet meer terug. De afbouw van deze zogenaamde salderingsregeling is door bewindslieden Wiebes en Snel voorgelegd aan de Tweede Kamer.
Salderingsregeling
De salderingsregeling betekent dat particulieren met zonnepanelen de opgewekte zonne-energie tegen dezelfde prijs aan het energiebedrijf kunnen terugleveren als de prijs die ze zelf voor energie betalen. Deze regeling wordt dus vanaf 2023 tot 2031 stapsgewijs afgebouwd. Een eerdergenoemd alternatief in de vorm van een terugleversubsidie is daarmee van de baan.
Gesplitste meter
Om een en ander te realiseren, is het noodzakelijk dat iedereen vanaf 2023 over een gesplitste meter beschikt. Dit zal bij wet worden vastgelegd. Een gesplitste meter hoeft geen ‘slimme’ meter te zijn, zodat tegemoet wordt gekomen aan de wensen van degenen die omwille van privacy geen slimme meter willen hebben.
Let op!
Om na 2023 gebruik te kunnen blijven maken van de salderingsregeling, moet u in 2023 over een gesplitste meter beschikken.
Zonne-energie blijft aantrekkelijk
Volgens Wiebes en Snel blijft zonne-energie ook zonder volledige verrekening van de energiebelasting aantrekkelijk vanwege een verwachte daling van de kosten van zonnepanelen. De terugverdientermijn blijft volgens hen dan ook gemiddeld ongeveer zeven jaar.
2. Uw vrijwilligersbeleid op orde? Doe de check!
Als uw organisatie afhankelijk is van de inzet van vrijwilligers, is een goed vrijwilligersbeleid cruciaal. Zeker nu de Belastingdienst het toezicht op stichtingen en verenigingen intensiveert. De ‘Zelfevaluatie’ van de vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) kan daarbij een handje helpen.
Controle Belastingdienst
De Belastingdienst gaat de komende periode controleren of de belastingplicht van onbeschreven stichtingen of verenigingen nog steeds niet van toepassing is. Met onbeschreven wordt gedoeld op die organisaties die niet in de administratie van de Belastingdienst voorkomen, maar wel bij de Kamer van Koophandel ingeschreven staan.
Sportbranche en VvE
Dit jaar betreft het de sportbranche en de Verenigingen van Eigenaars. Later volgen andere branches. Hiertoe krijgt uw organisatie over enkele weken een vragenformulier van de Belastingdienst.
Let op!
Als in de oprichtingsakte geen winstoogmerk is opgenomen, wil dat nog niet zeggen dat er geen belastingplicht is. Stichtingen en verenigingen die dezelfde economische activiteiten ondernemen als bedrijven zijn namelijk gewoon belastingplichtig.
Nieuwe Zelfevaluatie beschikbaar
Als er in uw organisatie vrijwilligers werkzaam zijn, moet u met veel zaken rekening houden. Met de ‘Zelfevaluatie vrijwillige inzet goed geregeld’ kunt u knelpunten in kaart brengen. Daarbij krijgt u praktische tips om vrijwilligersbeleid te maken of te verbeteren. U kunt de zelfevaluatie gratis downloaden.
Keurmerk aanvragen
Heeft uw organisatie het vrijwilligersbeleid op orde, dan kunt u bij het NOV een keurmerk aanvragen. Dat laat zien dat vrijwilligers bij u in goede handen zijn en dat u een goed beleid serieus neemt.
Hieraan zijn wel kosten verbonden en de hoogte daarvan is afhankelijk van de grootte van uw organisatie. Als uw vrijwilligersbeleid aan de kwaliteitscriteria van het NOV voldoet, ontvangt u het keurmerk voor een periode van vier jaar.
3. Vrijgestelde vergoeding zakenreis verhoogd
Wat kunt u aan uw werknemers onbelast vergoeden als zij een zakenreis in binnen- of buitenland maken? Daarvoor kunt u een richtlijn aanhouden, namelijk de Reisbesluiten binnen- en buitenland voor ambtenaren. De maximale vergoedingen voor buitenlandse zakenreizen zijn net per 1 april verhoogd. De bedragen voor binnenlandse reizen zijn al eerder aangepast.
Voorwaarden
Hoewel de reisbesluiten, die worden uitgevaardigd door het ministerie van Financiën, in principe voor rijksambtenaren gelden, biedt het ondernemers ook houvast. Als de uitgaven van de werknemer op dienstreis vergelijkbaar zijn met die van de ambtenaar op dienstreis, dan mag de werkgever zonder verder bewijs dezelfde bedragen aan reis- en verblijfskosten onbelast vergoeden. Dat scheelt administratieve lasten (bonnetjes, declaraties) en het geeft fiscaal enig ‘houvast’.
Verblijfskosten
Onder verblijfskosten wordt verstaan: de noodzakelijke kosten van logies, maaltijden en kleine uitgaven voor zover deze voor rekening van de werknemer zelf komen en nog niet door de werkgever of iemand anders zijn betaald.
Discussie
Over het al dan niet vergelijkbaar zijn met de uitgaven van een ambtenaar zou discussie kunnen ontstaan met de Belastingdienst. Zo zal een vertegenwoordiger die elke avond met relaties gaat eten niet snel vergelijkbaar zijn met een ambtenaar op dienstreis, omdat de kosten nogal afwijken.
Tip!
Wilt u uw werknemers een vergoeding van hun zakenreizen via de reisbesluiten geven zonder risico? Overleg dan van tevoren met de Belastingdienst of u deze regeling mag toepassen.
Let op!
Wanneer de werkgever meer vergoedt dan de forfaitaire bedragen, kan hij het bovenmatige deel van de vergoeding tot het loon van de werknemer rekenen of als eindheffingsloon aanwijzen.
Buitenlandse dienstreizen
De aanpassing van de vergoedingen voor het buitenland vindt twee keer per jaar plaats, op 1 april en 1 oktober. De vergoeding is gespecificeerd op een maximum voor logieskosten en voor overige kosten. De maxima zijn verhoogd vanwege de gestegen prijzen. De vergoeding is gebaseerd op de te maken kosten en varieert daarom per land. Zo is de vergoeding voor logies (per overnachting) in Barcelona bijvoorbeeld gemaximeerd op € 126 en voor New York op € 412.
Binnenlandse dienstreizen
Voor binnenlandse dienstreizen kunnen per 1 januari 2019 maximaal de volgende bedragen onbelast worden vergoed:
- de dagcomponent voor de kleine uitgaven overdag, mits men ten minste 4 uur op dienstreis is: € 4,52 voor ieder vol etmaal
- de avondcomponent voor de kleine uitgaven ’s avonds, mits men voor de dienstreis ook elders moet overnachten: € 9,05
- de lunchcomponent als de tijd tussen 12.00 en 14.00 uur in de dienstreis valt: € 9,16
- de dinercomponent als de tijd tussen 18.00 en 21.00 uur in de dienstreis valt: € 22,99
- de logiescomponent als men voor de dienstreis ergens moet overnachten: € 102,59
- de ontbijtcomponent, mits men voor de dienstreis ook elders heeft moeten overnachten: € 10,13.
Sites reisbesluiten
Op de volgende sites kunt u meer vinden over de reisbesluiten: het Reisbesluit buitenland en het Reisbesluit binnenland. Heeft u vragen over de vergoeding voor personeel? Wij adviseren u graag.
4. Nieuwe bedragen minimumloon per 1 juli 2019
Het wettelijk minimumloon wordt per 1 juli 2019 verhoogd naar € 1635,60 bruto per maand. Verder krijgen 21-jarigen vanaf die datum het volledige minimumloon en wordt het minimumloon voor werknemers van 18 tot en met 20 jaar extra verhoogd.
Vaste percentages voor jongere werknemers
Alle werknemers die het minimumloon betaald krijgen, gaan er 1,23% op vooruit. De bedragen gelden voor werknemers die fulltime werken.
Leeftijd | % | Per maand | Per week | Per dag |
21 jaar en ouder | 100% | € 1635,60 | € 377,45 | € 75,49 |
20 jaar | 80% | € 1308,50 | € 301,94 | € 60,39 |
19 jaar | 60% | € 981,35 | € 226,45 | € 45,29 |
18 jaar | 50% | € 817,80 | € 188,75 | € 37,75 |
17 jaar | 39,5% | € 646,05 | € 149,10 | € 29,82 |
16 jaar | 34,5% | € 564,30 | € 130,20 | € 26,04 |
15 jaar | 30% | € 490,70 | € 113,25 | € 22,65 |
Het brutominimumloon per uur bij een normale arbeidsduur voor een fulltime dienstverband:
Leeftijd | 36 uur per week | 38 uur per week | 40 uur per week |
21 jaar en ouder | € 10,49 | € 9,94 | € 9,44 |
20 jaar | € 8,39 | € 7,95 | € 7,55 |
19 jaar | € 6,30 | € 5,96 | € 5,67 |
18 jaar | € 5,25 | € 4,97 | € 4,72 |
17 jaar | € 4,15 | € 3,93 | € 3,73 |
16 jaar | € 3,62 | € 3,43 | € 3,26 |
15 jaar | € 3,15 | € 2,99 | € 2,84 |
Voor parttimers loon naar rato
Werkt een werknemer minder dan fulltime, dan geldt ook een lager minimumloon. Hoeveel dat dan wordt, is afhankelijk van het aantal uren dat uw organisatie voor een fulltime werkweek hanteert.
Voor BBL gelden andere percentages
Voor werknemers van 18 tot en met 20 jaar, die werken op basis van een arbeidsovereenkomst in verband met een beroepsbegeleidende leerweg (BBL), gelden andere percentages.
Leeftijd | % | Per maand | Per week | Per dag |
20 jaar | 61,50% | € 1005,90 | € 232,15 | € 46,43 |
19 jaar | 52,50% | € 858,70 | € 198,15 | € 39,63 |
18 jaar | 45,50% | € 744,20 | € 171,75 | € 34,35 |
Het brutominimumloon per uur bij een normale arbeidsduur voor een fulltime dienstverband:
Leeftijd | 36 uur per week | 38 uur per week | 40 uur per week |
20 jaar | € 6,45 | € 6,11 | € 5,81 |
19 jaar | € 5,51 | € 5,22 | € 4,96 |
18 jaar | € 4,78 | € 4,52 | € 4,30 |
5. Wettelijke vakantiedagen 2018 vervallen op 1 juli
De wettelijke vakantiedagen die werknemers in 2018 hebben opgebouwd, vervallen per 1 juli 2019.
Wanneer u uw werknemers daar tijdig op wijst, kunnen zij deze vakantiedagen nog vóór die datum opnemen. Sinds 2012 geldt dat wettelijke vakantiedagen een halfjaar na het jaar van opbouw vervallen. Bovenwettelijke vakantiedagen vervallen vijf jaar na het jaar van opbouw. Neemt een werknemer vakantiedagen op, dan streept u de vakantiedagen af in volgorde van hun geldigheidsduur.
Andere afspraken
In een arbeidsovereenkomst of cao kunt u met werknemers afspreken dat vakantiedagen later vervallen. Eerder is niet toegestaan. Is uw werknemer niet in staat geweest de wettelijke vakantiedagen op te nemen, bijvoorbeeld door ziekte of omdat de werkzaamheden het niet toelieten, dan geldt een verjaringstermijn van vijf jaar.
6. Alleen nog e-facturen naar overheid
Als u een gemeente of onderwijsinstelling als klant of opdrachtgever hebt, moeten deze organisaties vanaf 18 april 2019, volgens de richtlijnen van de Rijksoverheid, elektronische facturen kunnen ontvangen en behandelen. Dat geldt voor de Rijksoverheid, alle decentrale overheden en alle andere aanbestedingsplichtige organisaties.
Eisen?
Dat betekent ook dat ondernemers die leveren aan de genoemde overheidsorganisaties, gevraagd kunnen worden om vanaf 18 april 2019 elektronisch te factureren. Het is ook mogelijk dat deze organisaties dat zelfs gaan eisen. Voor alle duidelijkheid: elektronisch factureren is iets anders dan digitaal factureren. Bij digitaal factureren verstuurt u via e-mail de rekening als pdf-bestand. Meer weten over de e-factuur? Ga naar de volgende site.