Het geschil voor de rechter
Het geschil bij de kantonrechter ging over het zogeheten all-in loon. De fysiotherapeuten, in loondienst bij hun maatschap, vonden niet dat met hun maatschap een all-in loon was afgesproken. Er was volgens hen sprake van een variabel inkomen en daarom eisten zij voor de rechter nog onder meer extra loon en vakantietoeslag. Volgens de maatschap was wel sprake van all-in loon.
Wat is all-in loon?
In de fysiotherapiebranche bestaat van oudsher het all-in loon. De werknemer ontvangt dan elke periode één bedrag bestaande uit vast salaris, vakantiegeld, doorbetaling tijdens vakantiedagen, werkgeverslasten, verlof en (eventueel) een extra percentage afhankelijk van de eigen omzet.
Arbeidsovereenkomst moet duidelijkheid geven
In het vonnis heeft de kantonrechter Utrecht nu bepaald dat de vraag of er nu wel of niet all-in loon wordt betaald, niet per sé hoeft te blijken uit de loonstroken, zolang de arbeidsovereenkomst zelf voldoende duidelijkheid verschaft over het loon en de werknemer zijn wettelijke recht op vrije dagen behoudt (en kan gebruiken).
Wat zegt de rechter?
Volgens de rechter is de arbeidsovereenkomst in dit geval voldoende duidelijk voor wat betreft all-in loon als gevolg van de volgende feiten:
- in de arbeidsovereenkomst staat de grondslag van het variabel salaris uitdrukkelijk benoemd (onder meer worden salaris, variabel salaris, vakantiegeld en vakantiedagen genoemd)
- bij indiensttreding en daarna op verzoek nog herhaaldelijk heeft de werkgever de werkwijze toegelicht
- jaarlijks besprak de werkgever de berekening van het variabele salaris met de werknemers
De arbeidsovereenkomst bevatte een verwijzing naar de Vrijgevestigde Fysiotherapiepraktijk 2003. Alhoewel deze niet meer algemeen verbindend is, kan iedereen hier transparant in terugvinden welke componenten onder het all-in loon vallen. Door de vermelding van deze cao wisten of hadden de werknemers moeten begrijpen dat deze regeling nog steeds gold.
Eerdere uitspraak
Eerder oordeelde de kantonrechter Zaanstad in een casus van een fysiotherapeut die in dienst was van een maatschap, dat niet duidelijk uit de arbeidsovereenkomst bleek wat er allemaal onder het afgesproken all-in loon viel. Hierdoor kon de fysiotherapeut alsnog aanspraak maken op uitbetaling van vakantiedagen.
Bron: SRA